zaterdag 14 november 2009

Wie is community? (Een oven die ontploft)

   
Onder het kopje 'vocaal geweld' heb ik het over hoe De Operaflat een nieuwe ruimte oproept vanuit de hunker om opera te verplaatsen, te delokaliseren uit de operagebouwen, muziektheaters en schouwburgen. In De Operaflat wordt opera verplaatst naar de leefruimte van een appartement aan de Faustdreef in Overvecht. Echter, door de inbedding van opera in deze nieuwe locatie, delokaliseer je weer de omgeving van de buurt met haar bewoners. Zo ontstaat er een frictie tussen de sociale ruimte en de ruimte die De Operflat oproept: een ruimte van een stem die weergalmt tussen de betonnen muren van de flats. Dit is een ruimte voor de verbeelding die tijdloos is, a-historisch, universeel, en bovenal, a-cultureel. Maar dit gaat niet zonder de culturele praktijk van de opera, die hier bevraagt wordt door het maakproces van De Operflat.

De Operaflat roept een ruimte in de verbeelding op die cultuur en sociale polarisatie overstijgt. Maar De Operaflat probeert juist wel in die verbeeldingsruimte de buurt te betrekken. Het vehikel om de sociale wereld van de buurtbewoners en de operawereld te verzoenen zijn de scholieren van het Gerrit Rietveld College (en hun educatoren) die aan het maakproces in een eerste fase meewerkten. De kinderen schreven namelijk de eerste teksten waarmee jonge componisten in opleiding aan het conservatorium in een tweede fase aan de slag gingen om er libretto's van te maken. Gewapend met vragen naar lievelingseten en lievelingsmuziek klopten de scholieren aan bij enkele bewoners van het appartement in Overvecht. Zo ging Kevin op bezoek bij mevrouw Verheul.




De keuze voor het kind als bemiddelaar tussen buurt en opera lijkt mij gegrond in de idee dat een kind nog het meest open is, nog enigszins vrij van geschiedenis en cultuur. Tegelijk is het kind - of hier eerder de puberende scholier - volop in ontwikkeling en leert op de middelbare school over die geschiedenis en cultuur. Opera maakt daarvan inherent deel uit. Maar tegelijk leeft het idee dat opera niet genoeg bekend is bij de jongeling, en dat de vooral toch wat oudere buurtbewoners in Overvecht daar misschien wel over te vertellen hebben.

Anderzijds heersen er heel wat stereotype gedachten over deze buurt bij de jeugd. De samenleving in deze buurt bestaat toch veelal uit mensen - Nederlanders en allochtonen - die het vaak niet erg breed hebben. Reden te meer om de jongeling eens een blik te gunnen in wat er in zulk een sociale omgeving precies allemaal leeft. En hopelijk reflecteert er ook wat terug van die blik in een operalied.

Kortom, opera wordt de aanleiding om de open verbeeldingswereld van het kind te koppelen aan de sociale realiteit van een naoorlogse, multiculturele flatwijk. Vanuit die pedagogische invalshoek gaat ook Kevin aan de slag. Over zijn ervaring (alsook die van mevrouw Verheul) lees ik in het interview door Daniël Bertina. Kevin vertelt wat over het nut van zijn bezoek: "Het is toch een nieuwe ervaring die je op doet. Ik kom niet vaak in Overvecht, maar er bestaat een negatief beeld over deze buurt. Ik weet best dat er ook veel gebeurd wat niet goed is. Maar als je hier rond kijkt valt het echt wel mee. Dat leer je dan weer. Volgens mij doen aan dit project ook mensen uit andere culturen mee. Zo kom je meer met elkaar in contact." Muziek en eten zijn de aanknopingspunten voor deze ontmoeting. Mevrouw Verheul houdt van Hollandse pot en André Rieu. Hoe kan het ook anders! Kevin stemt erg in haar keuze, maar droomt stiekem toch van een stevige technobeat om het zootje wat leven in te blazen.

De ontmoeting met een leefgemeenschap als die van Overvecht hebben velen verleid om De Operaflat als 'community art' te beschouwen. Eugène van Erven (Universiteit Utrecht en Community Arts Lab) is zo iemand die het maakproces op de voet volgt. Naar aanleiding van De Operaflat in 2007 schreef hij een bevlogen tekst over de uitdagingen voor community arts. In dit artikel schetst van Erven de min- en pluspunten van de De Operaflat als community arts-project. Hij stelt daarbij de definitie voor van Peter van den Hurk: "community art is gericht op bevolkingsgroepen die niet vertrouwd zijn met kunst, voor wie sowieso geen regulier kunstaanbod is, waarmee ze zich kunnen identificeren en die op plekken wonen waar weinig of geen kunstvoorzieningen zijn". Naast de identificatiefunctie voegt van Erven er nog de functie 'participatie' aan toe, die vaak meteen aan community art wordt toegedicht.

Vanuit die twee functies is er wel wat te zeggen over het community art-gehalte van De Operaflat, dat zich toelegt op de vermeende have not-gemeenschap in dit flatgebouw. Of de buurbewoners zich kunnen identificeren in de vaak erg pastiche-achtige uitbeeldingen door de jeugdige operazangers is een andere zaak. Feit is wel dat enkelingen uit die gemeenschap hebben geparticipeerd, hoe minimaal de vragenlijst van de scholieren ook was. En de participatie breidt zich nog uit wanneer De Operaflat het gebouw voor een dag bezet, of dat mogen we toch hopen (ondanks de vluchtpogingen van enkele bewoners). In die zin begrijp ik van Ervens pleidooi om community art zorgvuldig te documenteren en te bestuderen als kunstvorm én als sociale interventie. "En in die beschouwing zijn kwaliteitscriteria uit de conventionele kunstkritiek niet langer alleen zaligmakend, zeker niet als die exclusief worden toegepast op het eindproduct zonder daarbij het voorafgaande proces en de context waarin het is uitgevoerd in ogenschouw te nemen."

Echter, van het voorafgaand proces is weinig te zien tijdens De Operaflat zelf. De vraag is in hoeverre je als toeschouwer die voorkennis écht nodig hebt om het project als kunst en sociale interventie te kunnen plaatsen. Op de Yo! Operasite (en op Youtube) wordt wel enigszins een blik gegeven in het werkproces, zoals ook het vorige filmpje. Enkel stel ik vast dat die blik in tijd erg beperkt is en ook erg gestuurd wordt door het discours van Yo! Opera zelf. De filmpjes hebben dan ook voor een buitenstaander een wervende functie, meer dan een communicatieve.

Echte participatie tussen de wereld van de opera en de buurtbewoners zie ik maar bij mondjesmaat gebeuren. Wel zag ik pogingen om recht te doen aan vooral de kinderblik. Wellicht omdat deze de meest toegankelijke (lees, laagdrempelige) is om een ontmoeting mogelijk te maken. Kevin vindt het dan ook vetcool dat zijn ontmoeting van mevrouw Vanheul tot een operalied werd omgesmeed op het ritme en de snelheid van een hardcorebeat. Tegen 180 beats per minuut marcheert de zangeres ter plekke op hollandse klompen, terwijl ze zingt over appeltaart en een ontplofte oven. Hier zie je een stukje uit de repetitie wanneer partituur en performance op het Conservatorium stilaan vorm krijgen:



Stellen dat het operalied om de 'community' van de flat gaat en dat De Operaflat vervolgens bijdraagt tot sociale cohesie, zou wel al te idealistisch zijn. Je zou evengoed kunnen zeggen dat de ietwat naïeve tekst van het lied eerder de community van de schoolkinderen naar voren brengt. Maar ook zij hebben slechts een klein aandeel in het participatiemodel van het werkproces.

Wie is dan eigenlijk de échte community in De Operaflat? Please stand up, please stand up!

Naast de buurtbewoner en de jongere, zijn er tal van andere spelers die de touwtjes in handen hebben: de educator, de componist, de regisseur, en niet te vergeten, de uitvoerende zanger in opleiding. Reeds in het verslag omtrent De Operaflat in 2007 citeert Hilke Bressers Anthony Heidweiller, die erg bewust is van de sturende rol die de educator en het artistiek team heeft: "Doordat alles zo vanuit ons komt, heb ik soms twijfels. Dan vraag ik me af, kunnen we ook iets terug krijgen? Maar ik merk dat dat tijd nodig heeft in dit soort projecten." Hilke Bressers becommentarieert vervolgens: "Hij vindt het belangrijk voor een volgende keer dat iedereen iets waardevols kwijt kan, en dat er een verandering plaatsvindt binnen de conservatoria" (p.21).

Het conservatorium is misschien wel die oven die een keer mag ontploffen...

____________________________________________________________

Geen opmerkingen:

Een reactie posten